Uit eten? Avondje naar het theater? Misschien een vakantie naar de Seychellen? Of toch een bloemetje? De opties om de liefde en inzet van (schoon)ouders af te kopen zijn eindeloos, wat het één van de grootste intellectuele uitdagingen maakt aan het einde van ieder jaar.

Zo ook dit jaar. Op de route naar het pittoreske Gourmet komen we stomtoevallig langs het tuincentrum. De in kerstsferen gestoken centenslurper is uiteraard open op tweede kerstdag, want iedereen moet op het laatste moment een cadeautje kopen. Ouder of schoonouder, het maakt niet uit. Beide hebben zich het afgelopen jaar tomeloos ingezet om jouw leven op de rails te houden, gaten in de agenda dicht te lopen en stakende juffen en meesters van de kinderen te ontdoen. En dus is een beloning op zijn plek.

Niet iedereen is zo geprogrammeerd dat het presentje al lang bij de pseudosint besteld is en zijn weg heeft gevonden door de nauwe buizen van de cv-ketel tot onder de uitvouwbare kunstkerstboom . Wij zijn geen uitzondering en sluiten aan bij het gepeupel.

Al bij de ingang valt op dat iedereen op weg naar het gratis diner gestopt is bij de tuinhandel. Het wemelt van de nette kleren, naaldhakken en drie lagen make-up om er in het volle schijnsel van de kerstversiering nog enigszins acceptabel uit te zien voor schoonvaderlief. Om het tempo hoog te houden, staat de draaideur stil. Zodat je tenminste lekker zelf kunt bepalen tegen wie je aan knalt.

Direct rechts als je binnenkomt is het slagveld met de kinderen als infanterie. Het doel van alle partijen is het bemachtigen van een winkelkarretje met autootje. De kids lopen bij binnenkomst met de hand omhoog om een winkelkarmuntje te ontvangen, terwijl hun ouders een nieuwe variant proberen te bedenken waarom ze het onding niet mee kunnen nemen. De ouder verliest, kinderen passen de straatregels toe en het slimste/sterkste/vervelendste kind zit als eerste in het karretje. En vader is de pineut.

Wij hebben geluk, want ze zijn op. Mijn jongste dochter is er ook een beetje op uitgekeken. Die leeft normaliter pas halverwege de winkel op, als we in de buurt komen van het restaurant (want hoeveel ze ook heeft gegeten, op de een of andere manier heeft ze juist daar altijd honger). We schuifelen achter een binnenkort gescheiden gezin aan en komen via de bloempottenafdeling bij een kinderdumpplek zonder pretenties: de draaimolen. Het ding is vreselijk misplaatst, maar wel aansprekend voor de kinderen die steevast minstens dertig rondjes willen doen. Dat kan deze keer niet, want Gourmet. We lopen via de binnendoor route richting het konijnenverblijf.

Dat is een fenomeen op zich. Rondom een glazen binnenruimte zijn hokken gemaakt zodat je in alle rust kunt staren naar dieren die nooit bedoeld zijn om in hokken te stoppen. Ze hoppen een beetje van links naar rechts, snuffelen voor de zeshonderdste keer die dag aan hun opgedrongen maatje en proberen daarna hun kop kapot te slaan tegen de ruiten.

Vaste prik is de aanwezigheid van een selectie van de meest irritante kinderen die onze stad rijk is. Deze lijken voorgeprogrammeerd om dieren (en waarschijnlijk ook andere kinderen) dwangmatig pesten.

Om de konijnen maximaal uit hun comfortzone te halen, heeft men bedacht dat je het hok in kunt. Binnen is het achterste deel afgezet met lint, zodat de beesten kunnen vluchten en dus langer heel blijven, wat goed is voor de verkoop. Maar deze kinderen laten zich niet tegenhouden door een lintje. Omdat geen ME aanwezig is, stootten ze door naar het heilige der heilige. De stampertjes drukken zichzelf in een hoek, maar tegen de grijpgrage tengels van toekomstige kraakpandbewoners is geen konijnensiplip opgewassen. Officieel heet het aaien wat volgt, maar het heeft er alle schijn van dat de kids de lichamelijke en geestelijke mishandeling van hun ouders projecteren op de konijnen.

Om te voorkomen dat ik de kinderen een fysieke correctie cadeau doe, verzamelen we ons grut en vervolgen onze weg door de winkel. Links en rechts vallen met de regelmaat van de klok kerststukjes, kerstballen en gezinnen uiteen. Wij manoeuvreren ons zowel fysiek als mentaal door het slagveld en bereiken zonder veel schade en met alle kinderen de kassa. Daar heerst stress, want iedereen is natuurlijk te laat voor de koffie van half drie.

Even een kort intermezzo hier. Ben ik de enige die een vast patroon herkend bij een verjaardag of feestdag? De koffie is doorgaans van half drie tot drie uur (bijgestaan door een Hema-taart of roze koek), daarna volgen de ronden met bier en worst, kaas en augurk gerold in boterhamworst met een stokje. Te laat komen is of een enkel bakje koffie of niks, gepaard met de vraag waarom we zo laat zijn. Nou, omdat ik gewoon een leven heb eigenlijk. Dat zeg ik nooit, want dan hoeven we nooit meer te komen. Dat is natuurlijk niet de bedoe… Wacht. Ik maak een notitie…

Ok, daar zijn we weer. Bij de kassa. De loopband volgeplempt met groene ellende die niemand in leven wil houden. Net zoiets als dat afgrijselijke bruine rompertje dat je één keer aan doet voor de foto als je schoonmoeder komt en daarna op mysterieuze wijze in de verkeerde wasmand gooit waardoor het onherstelbaar krimpt.

Ik dacht er na het storten van een gulle gift wel doorheen te zijn, maar dan komen we in de fase waar de echte schijndoenerij plaatsvindt. Het afkopertje moet natuurlijk nog voorzien worden van een stuk doorzichtig plastic. Waarom weet niemand, want je ziet meteen wat er in zit, waardoor je dus je tijd zit te verdoen met een nieuwe vervuiling van de oceaan.

Nadat wij het stukje plastic om het kerstige stilleven hebben geknoopt (wat op geen enkele manier fatsoenlijk te doen is), zit de lijdensweg er op. Richting de uitgang krijgen we nog een toegift. Er staat daar een paard met wagentje, zo’n hobbelding waar je het restant van je budget in drukt en je kind een minuut op laat stuiteren. Toegegeven, het is een paard en ik heb dochters, maar deze slaan we steevast over want we betalen ons al krom aan echte knollen. Maar er zijn toch wat gezinnen die hebben toegegeven aan de instant huilbui van hun oogappeltje. Met als gevolg een rij jankende kinderen die moeten wachten, geflankeerd door een rij jankende kinderen die niet mogen en er voorbij gesleurd worden.

Onze kinderen geven een korte blijk van interesse, die we routinematig afweren met het echte-paarden-argument.

We zijn er door, met het niet-zo-unieke-kerststukje in de pocket en meer honger dan toen we er aan begonnen. Ik stel de navigatie in op Gourmet en slinger met een glimlach tussen de vluchtende kinderen door naar de uitgang van de parkeerplaats.

We zijn weer verzekerd van een jaar lang gratis ouderbijstand.