De zaterdagochtend staat voor een belangrijk deel in het teken van zwemles. En nu we aan onze derde editie zijn begonnen, is het een geoliede machine geworden. Er blijft dus tijd en energie over om het geheel eens vanaf een afstandje te bekijken.
Doorgaans rijden we, mijn dochter en ik (mits ik aan de beurt ben natuurlijk, mijn dochter mag zelf kiezen), een kwartiertje voor de start het terrein van de zwemschool op. Vandaag is zo’n dag en mijn dochter is weer lekker scherp. Ze vraagt wat die mensen daar aan het doen zijn. Ze bedoelt de mensen op het voetbalveld naast het zwembad, dat toebehoort aan een van de plaatselijke laagvliegers.
‘Nou,’ weet ik mijn dochter te antwoorden, ‘die kinderen daar rennen heen en weer om het warm te krijgen.’ Mijn dochter knikt begrijpend.
‘En die grote mensen vloeken vooral heen en weer. Die krijgen het ook warm, maar vooral omdat ze de hobby van hun kinderen verpesten.’ Ze kijkt me vragend aan.
Ik besluit het niet uit te leggen, want het zou haar vertrouwen in de mensheid flink schaden. Ondertussen parkeer ik naast een Porsche Cayenne, hoewel er ook ruimte onder was. Het is lekker en droog weer, het is niet nodig vandaag.
Binnen brandt, net voorbij de poortjes, het groene lampje al. Dat is het teken dat de al aanwezige zwemmers nu zonder kleren in de kleedkamer zijn en dit dus het beste moment is voor een live biologieles. Maar dan moeten we nog wel even voorbij de kleedkamerkeuzehorde. Na al die jaren nog steeds een opgave.
We moeten af gaan op het geslacht van de ouder (geen kans op genderneutrale ouders in dit pand zie ik, maar die bestaan toch niet) en vooral niet in de kleedkamer gaan die bedoeld is voor de sportende zwemmers. Nu is dat iets van de laatste jaren, want voorheen kropen we gezellig bij die Pietertjes in het hok. Het is mij een raadsel waarom die mannen het sport noemen trouwens, ze kwamen op mij eerder over als een tot leven gewekte dodo met bierproeverij-ervaring, gestoken in een van-nature-niet-zo-maar-nu-wel-strakke zwembroek. Ik ben blij dat de hokjes nu gescheiden zijn.
Terwijl dochterlief zichzelf omtovert tot zwemnimf, zie ik om mij heen de andere vaders heel ongeduldig zijn. Ze hebben allemaal stress, maar het is mij onduidelijk waarom. Hun kinderen ook.
Op blote voeten lopend voel ik mij vrij eenzaam, want alle andere ouders zijn meer van de blauwe schoenenzakjes, die hen er uit laten zien als geheime smurfen. Een vrouw voor mij, een typische Treursmurf, houdt de deur open, terwijl ze stressend het ene kind voor zich uit duwt en met de andere hand een mini-smurf door de opening trekt. Ze krijgt het nauwelijks voor elkaar mij een dankbare blik te gunnen als ik voor haar de deur open hou. Ik probeer daarop de mini-smurf tussen deur en kozijn fijn te drukken, maar de deurdranger werkt me tegen. Gelukkig is mijn dochter een fractie eerder bij de douches, maar dat kan ook zijn omdat ik de zwemsmurf van die moeder aan de kant duwde met mijn knie.
Na douche, kus en aanmoedigingen gaan de meeste kinderen richting bad. Een enkeling krijgt nog een bemoedigende duw in de rug, terwijl de duwende ouder al met de linkerhersenhelft en vinger op Facebook zit te klagen over haar stressvolle ochtend. En masse wandelen we terug, maar echt sprake van eenheid is er niet. Waarschijnlijk is iedereen bezig met de volgende fase: een stoel bij het raam.
Er is namelijk een kijkhok. Dat is een soort droog aquarium bedoeld voor infantiele ouders die vanaf die plek proberen de aandacht van hun kinderen zo ver mogelijk bij de zwemjuf vandaan te houden, terwijl ze tenenkrommend commentaar leveren bij wat verder niemand begrijpt. Sommigen lukt dat heel aardig, maar ze gebruiken dan ook obscene gebaren en telepathische mishandeling.
Het leukste moment komt als de zwemjuf na een tijdje vanuit het zwembad door de deur komt om iets uit te leggen. Je ziet aan haar (ze sturen meestal de zwemjuf die in haar opleiding veruit het laagste cijfer voor presentaties kreeg) dat ze er tegenop ziet.
En terecht.
Ze begint nog enthousiast aan haar tekst, maar weet dat ze tegen een Atlantikwall staat te sputteren. In de ogen van de ouders licht het vuur op en vanuit hun diepe, verwrongen geest komen alle irritaties van de afgelopen weken bovendrijven. Nog voordat de zwemjuf haar verhaal heeft afgerond, steekt Treursmurf haar hand in de lucht.
“Klopt het dat we in de vakantie dus zelf de les moeten bespreken en dat dit niet voor ons gedaan wordt? Klopt het dat er in het paasweekend geen afzwemmen is en ons Marietje (dat zal die zwemsmurf zijn) dus nog een maand extra moet wachten? Terwijl ze dus allang had kunnen afzwemmen als jullie op hadden zitten letten?”
Nu staat ze op.
“Klopt het dat er in de vakantie ook een les minder is zonder dat wij daar geld voor terug krijgen?”
Haar handen beschrijven heftige vormen in de lucht.
“Klopt het dat ik hier in het online leerlingvolgsysteem zie dat ons Marietje nog steeds niet alle lachende ballonnetjes heeft terwijl ze afgelopen zondag aan ons toch echt heeft laten zien dat ze dat allemaal makkelijk kan?”
Er komt nu schuim uit haar mond die op de vette haren van de mevrouw voor haar vallen. Die mevrouw pakt de fluim en gooit die naar de zwemjuf, die ondertussen steeds verder in elkaar zakt.
“Is de groep waar ons Marietje in zwemt niet te groot, gezien alles wat jullie van ons Marietje missen?”
Treursmurf is naar voren gelopen, met achter haar andere ouders waarvan er enkele een hooivork hebben en er mee zwaaien.
“Klopt het,” schreeuwt Treursmurf, “dat hier sprake is van zeer ernstig falen van de zwemschool en pertinent niet van ons Marietje, die hier voor haar leven verpest wordt!!!!!?”
De chaos is compleet. Zwemjuf probeert naar de deur te rennen. Ouders proberen dat te voorkomen, terwijl anderen in het midden van de ruimte een vuurtje maken en er een paal achter in de grond slaan. In een hoek zit een andere ouder een touw te vlechten van een van de inmiddels ongebruikte stoelen.
Ondertussen staan aan de andere kant van het raam de kinderen in de rij bij het startblok. Terwijl naast mij de zwemjuf aan haar haren naar het midden van het aquarium gesleept wordt en verschillende ouders haar schoppen en op haar spuwen, duikt Marietje gracieus het water in, zwemt feilloos door het gat en maakt netjes haar slagen af naar het einde van de baan. Ik zie vanuit mijn ooghoek op de met nepdiamantjes behangen telefoon van Treursmurf de resterende ballonnetjes met lachend gezichtje verschijnen, maar het is te laat.
In het midden van de ruimte is de zwemjuf aan de paal gebonden, terwijl het vuur langzaam van onderen aan haar benen is begonnen. Ze wordt uitgejouwd, bespuwd en overspoeld met koude cappuccino. Ze kijkt meewarig naar Marietje, aan de andere kant van het glas, die trots de kant op klimt en contact zoekt met haar moeder. Die is bezig met behulp van een koffielepel een vinger van de zwemjuf af te snijden, zodat ze iets heeft voor aan haar hanger.
Een enkele, niet oplettende ouder wandelt richting uitgang. Zij hebben de vertoning (en de drie kwartier durende marteling van hun kind) gemist, want Facebook. Met hun neus tegen het scherm lopen ze op de automatische piloot naar de uitgang, want het is tijd om de kinderen weer op te halen.
In de douches stappen uiteindelijk de kinderen en ouders gezamenlijk onder de douche, waardoor de vloer rood kleurt. Mijn dochter vraagt hoe dat kan. Ik antwoord haar dat sommige ouders heen en weer aan het discussiëren zijn geweest om het warm te krijgen. Ze knikt begrijpend.
Even later lopen we het zwembad uit. Ik check, terwijl naast mij Treursmurf de mini-smurfen naar de auto sleurt, snel het leerlingvolgsysteem voor nieuwe ballonnetjes, maar ik hoop dat mijn dochter er geen bij heeft. Ze vind zwemmen ontzettend leuk. Ik hoop dat ik volgende week weer mee mag.
Bij de auto naast mij bungelt inmiddels de vinger van de zwemjuf aan de binnenspiegel. Ons Marietje probeert nog steeds haar vers verdiende rode visje aan haar moeder te laten zien, maar die heeft er geen oog voor. Ze is druk met het posten van een recensie van de zwemschool op Facebook, Twitter, Instagram, de zwemschool zelf en haar vriendinnengroepsapp, terwijl ze haar man opdraag alles te delen. Volkomen terecht natuurlijk.
Geef een reactie